Beroepscommissaris: druk maar veelzijdig! Lizzy Doorewaard
Toen ik in 2011 de titel van beroepscommissaris op mijn visitekaartje zette, werd dat bijzonder gevonden. Nu zie je meer dat vrouwen in diverse commissariaten zitten. Het is geen beroep dat ik al van kleins af aan in mijn hoofd had om te gaan doen. Ik ben, door de diverse werkzaamheden die ik heb verricht, in deze rol gegroeid.
TEKST: Jorissa Neutelings - 16/12/2016
Lizzy studeerde bestuurskunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Na mijn studie wilde ik graag als organisatieadviseur aan de slag, maar deze baan was toentertijd lastig te vinden. Om die reden koos ik ervoor om te gaan promoveren. Ik was een klein meisje en zo'n mooie titel zou mij toch behoorlijk wat extra cachet geven. Na het afronden van het onderzoek was ik nog steeds klein van stuk, maar er stond wel doctor voor mijn naam!
Ik ben liever commissaris dan directeur.
Mijn promotieonderzoek rondde ik af in 4 jaar. Ik koos ervoor om bij Twynstra-Gudde te gaan werken en werd daar later de jongste partner ooit. Daarna solliciteerde ik op een directiefunctie bij een middelgroot bedrijf, SBI, dat een aantal hotels had in Nederland, België en Polen. Die hotels werden ook gevuld door zo'n 100 trainers op de payroll die zich gespecialiseerd hadden in het begeleiden en opleiden van ondernemingsraden. Gedurende 11 jaar was ik directeur bij SBI, eigenlijk net te lang. Een periode van 6 tot maximaal 8 jaar is voor een bedrijf beter. Na 11 jaar ben je niet meer vernieuwend en kan je geen verandering meer aanbrengen in het bedrijf. Wel maak je alles mee: Ik heb van de pieken genoten, maar ook de crisistijd volop meegemaakt. In de jaren 2009 en verder merkten we dat er vrijwel geen trainingen meer werden gegeven. We zaten met een hotel dat leeg stond omdat de gasten wegbleven. De hele business was ingestort. Ik heb het bijzonder lastig gevonden om als directeur die er al 8 jaar zat de mensen te motiveren en hen te blijven stimuleren om aan de slag te gaan. In 2011 was het voor mij echt de tijd om te gaan.
Ik heb ruim de tijd genomen om te kijken wat mijn vervolgstap zou worden. Er kwamen verschillende aanbiedingen binnen, maar mijn hele lijf zei 'Nee'. Naar dat gevoel moet je goed luisteren en dat heb ik dan ook gedaan. Ik ben toen gestart met het schrijven mijn biografie en in dat proces realiseerde ik me dat hoe druk ik het ook had, bestuurswerk greep ik altijd aan. Als er wat gevraagd werd in de politiek, zei ik altijd 'Ja'. Op mijn 14e was ik zelfs al secretaris in Amsterdam van een wijkafdeling van een politieke partij. Ineens zag ik de rode draad.
Managen kostte mij vaak energie. Van het werk als commissaris kréég ik altijd energie. Ik heb dit werk altijd aangepakt als opleiding voor mijzelf. Er is niemand die je vertelt hoe je directeur moet zijn. Commissaris zijn was voor mij een spiegel. Ik zag directeuren verantwoording afleggen aan hun raad van commissarissen, waar ik in zat, en dat leverde mij inzichten hoe ik kon verbeteren. Ik realiseerde me dat ik in die wereld van commissariaten mijn vervolgstap moest gaan zoeken. Toevallig sprak ik in diezelfde periode Pamela Bouwmeester die mij vertelde dat ze na haar bestuursrol bij de NS zitting had in een aantal commissariaten. Zij gaf aan dat ze dat zó leuk vond dat ze helemaal niet meer op zoek ging naar een vaste bestuursplek bij één bedrijf. Voor mij was deze ontmoeting een enorme eyeopener. Ik zag ineens dat het ook mogelijk was om het zijn van commissaris tot je beroep te maken. En zo werd de functie van beroepscommissaris geboren! Sinds vorig jaar geef ik betaald college over deze rol. Dat maakt mij enorm trots. Binnen drie jaar word ik gezien als ervaringsdeskundige en mag ik anderen leren hoe zij deze stap ook kunnen nemen.
Ik houd ervan dingen te begrijpen. Daarom vond ik het promoveren achteraf ook bijzonder. Ik ben in mijn wezen meer wetenschapper dan dat ik op mijn 25e dacht. In mijn leven heb ik een paar keer in een situatie gezeten waarin mijn gevoel zei dat ik iets niet moest doen, maar rationeel was er niets tegenin te brengen. Altijd koos ik voor de ratio en koos ik ervoor om het toch te doen. Iedere keer kwam ik in deze situaties na een half jaar of een jaar erachter dat mijn gevoel tóch gelijk had. Dat maakte me toch nieuwsgierig naar die intuïtie.. Ik heb daarom een postacademische opleiding gedaan aan de Erasmus Universiteit en die heette 'Brein in de Board-room'. Door deze opleiding kon ik mijn situaties verklaren. Wij zijn niet alleen onze ratio. Wij zijn een lichaam en geest dat duizenden impulsen krijgt. Wij zijn ons maar bewust van een klein deel. Op het moment dat jouw intuïtie zegt dat iets niet klopt dan is dat gevoel gebaseerd op een hoop impulsen die je niet kunt rationaliseren. Je moet dan tijd maken om te onderzoeken wat de impulsen betekenen. Doe bijvoorbeeld extra onderzoek en neem daarna pas een beslissing.
Pas als je écht afstand kunt nemen dan past een rol van commissaris bij jou.
Als je van jezelf weet dat je een 'doener' bent dan kun je je afvragen of een rol van commissaris bij je past. Je houdt toezicht en zit niet op de stoel van het bestuur. Als je een toezichthouder bent die heel de tijd het bestuur wil vertellen hoe ze hun werk moeten doen, dan ben je irritant. Herken je dergelijke eigenschappen bij jezelf dan adviseer ik altijd: ga aan de slag in het bestuur zelf. Pas als je écht afstand kunt nemen dan past een rol van commissaris bij jou. Het 'zijn' van commissaris vergt rust in je denken en in je zijn.
Ik heb een brede ervaring als bestuurder. In de 11 jaar dat ik als directeur voor SBI werkzaam ben geweest heb ik alle lastige managementvraagstukken die je je maar kunt bedenken moeten aanpakken. Dit waren vraagstukken op het vlak van IT, van HR denk hierbij aan ontslagprocedures, maar ook op het vlak van financiën. Naast deze bedrijfsvoering problematiek werd ik ook geconfronteerd met situaties van heel andere aard. Zo maakte ik mee dat een medewerker zelfmoord pleegde. Het is ongelooflijk moeilijk om bij zo'n verdrietige situatie voor de troepen te staan. Maar ook werd ik geconfronteerd met een frauderende manager die ik al jaren kende. Al deze ervaring heeft mij gemaakt tot wie ik ben. Deze brede kennis stelt mij in de gelegenheid om mee te kunnen denken met een bestuurder en hem of haar vervolgens in de gelegenheid te stellen om het bedrijf goed te kunnen runnen.
Je wordt niet vanzelf opgehaald en in de raad van toezicht gezet!
Toen ik als beroepscommissaris startte in 2011 werd net de wet aangenomen waarin stond dat 30% van de Raden van Toezicht en besturen uit vrouwen moest bestaan. Ik dacht direct dat ik vrijwel gelijk ergens een plek zou krijgen. Als doctor in de economie met 11 jaar leidinggevende ervaring én de rol van partner bij een gerenommeerd adviesbureau op mijn CV zouden ze in mijn beleving in de rij staan. Niets bleek minder waar. Voor mijn gevoel heb ik moeten soebatten en bijna smeken om ergens aan de slag te gaan. Nu nog steeds moet ik continu aangeven dat mensen aan me moeten denken. Ik loop headhunters af en tenminste één keer in het half jaar laat ik weer wat van me horen en zorg ik ervoor dat ik op hun netvlies blijf. Maar denk niet dat je gebeld wordt. Dat is ook één van de belangrijke zaken die ik meegeef in mijn colleges: je wordt niet vanzelf opgehaald en in de raad van toezicht gezet! Het zijn van beroepscommissaris is hard werken.
Ik kom uit een middenstandsgezin. Je groeit daardoor op in een sfeer van aanpakken en werken om geld te verdienen. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 12 was en mijn vader droeg vanaf toen niets meer bij aan de opvoeding van de kinderen. Mijn moeder is echt een bikkel en heeft nooit haar hand opgehouden. In haar eentje voedde ze vier kinderen op en hield haar winkel. Zij is nu bijna 80 en die winkel heeft ze nog steeds. Ik ben echt super trots op haar. Zij heeft ons meegegeven: "Je bent gewoon zelfstandig. Er is geen haar op je hoofd die erover nadenkt niet zelfstandig te zijn!". Door deze prachtige levensovertuiging waarmee je als kind geconfronteerd bent, ben ik initiatiefrijk en weet ik wat het is om door te gaan waar anderen wellicht stoppen. Ik ben mijn moeder tot op de dag van vandaag dankbaar voor wat ze ons heeft meegegeven.
Inmiddels zit ik in 8 commissariaten. Sinds kort ben ik ook toezichthouder bij de NPO. Daar ben ik enorm trots op. Ik streef naar een heel diverse portefeuille. Dat maakt mij waardevol(ler) voor bedrijven. Ik reken met een halve dag werk per toezichthoudende functie. De ene week is het echter drukker of rustiger. Nu heb ik het met een plek erg druk omdat één van de bestuurders plotseling overleden is Daar moet je op in kunnen spelen en in je planning rekening mee houden. Per functie heb je circa 6 vergaderingen en zit je in verschillende commissies incl. commissievergaderingen. Al die overleggen vergen behoorlijk wat voorbereiding. Het zijn echt pakken (digitaal) papier. Ook moet je rekening houden met het doen van werkbezoeken om het bedrijf te leren kennen. Daarnaast wil ik per bedrijf ook tenminste één informeel bezoek afleggen, bijvoorbeeld een nieuwjaarsborrel. Ik check daar of hetgeen ik opvang tijdens de vergaderingen klopt met wat ik hoor van de medewerkers. Dat helpt mij om goed toezichthouder te zijn. Zo zie je maar: het zijn van beroepscommissaris is echt een volwaardige, drukke en heerlijke baan!