The american dream, Lieke Schepers, Randstad
Lieke Schepers is directeur bij Randstad voor de regio's Oost en West en staat aan de vooravond van haar benoeming in de directie bij Yacht. We werken met 6 regio's bij Randstad, dus mijn gebied beslaat één derde van Nederland. Ik ben verantwoordelijk voor alle klanten, alle vestigingen, alle flexwerkers die onder het uitzendbureau vallen en voor mijn eigen medewerkers die al het werk verzetten. Als je alles afpelt tot de kern, dan gaat het erom dat mijn klanten (de betalende bedrijven én de flexwerker) tevreden zijn en mijn team en ik ervoor zorgen dat wij die tevredenheid op een winstgevende en efficiënte manier bereiken. Dan ben ik geslaagd en succesvol!. Om dit te realiseren moet je constant in ontwikkeling zijn, als mens, als medewerker, maar ook als bedrijf.
TEKST: Jorissa Neutelings - 29/02/2016
Ik geloof niet dat de overheid ondernemers kan dicteren om meer mensen in vaste dienst te nemen. De behoefte aan flexibiliteit is er en wordt alleen maar groter. We zien een tegenovergesteld effect: hoe meer rigide de wetgever wordt op het gebied van in dienst nemen van personeel, hoe aantrekkelijker de inzet van flexibel personeel wordt. Een continue dialoog met onze klanten en flexwerkers is daarvoor noodzakelijk. De klantvraag van nu is veelal maatwerk. Maar ook de wensen van de werknemer zijn niet meer hetzelfde als 20 jaar geleden. We moeten ook hen blijven boeien en op een goede manier aan ons kunnen blijven binden. En op die kruising een rol van betekenis spelen in de match tussen mens en werk. Als het lukt om te anticiperen op alle wijzigingen die in de maatschappij en in de wetgeving plaatsvinden en als we op basis van deze kennis een blijvend antwoord kunnen formuleren voor opdrachtgevers en flexwerkers, dan ben ik erg tevreden.
Ik heb arbeids- organisatie- en personeelspsychologie in Groningen gestudeerd. Ik ben als intercedent begonnen bij Randstad in de Bijlmer. In deze omgeving werd ik geconfronteerd met mensen die mijn hulp in het vinden van een baan het hardst nodig hadden. Dat was voor mij het mooie aan deze plek. Ik herinner me nog dat de mensen zo dankbaar waren dat ik snoepjes van hen kreeg die ze met hun zuurverdiende geld bij de Aldi waren gaan kopen. De andere kant van het verhaal was dat ik in deze buurt geconfronteerd werd met mijn eigen (idealistische) naïviteit. Ik heb daar ontzettend veel geleerd, ook over mezelf. Ik kreeg sommige mensen met loonbeslag niet uitgelegd dat wij ze wel uitbetaalden voor het werk dat ze deden, maar dat ze dat al hadden uitgegeven op een eerder moment. En dat de schuldeiser het bij hen ophaalde voordat het loon hun bankrekening had bereikt. Ook kwam ik er achter dat ik veel te moeilijke woorden gebruikte. Het spreekwoord Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten zegt veel mensen in de Bijlmer helemaal niets! Mensen keken me vol verbijstering aan, omdat ze helemaal geen blaren hadden... In de tijd in de Bijlmer heb ik ervaren dat er altijd een groep mensen zal zijn die je niet kunt helpen, omdat ze onbereikbaar of onwelwillend zijn. Maar gelukkig is de groep vele malen groter bij wie het kwartje wel valt en die vol energie op de arbeidsmarkt aan de slag gaan om er wat van te maken.
Het spreekwoord 'Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten!' zegt veel mensen in de Bijlmer helemaal niets!
Als je de groep die nu niet meedoet anders gaat benaderen en wel een plek weet te geven, dan is dat economisch enorm rendabel
Iedereen heeft een talent en kan een bijdrage leveren aan de maatschappij. Daar ben ik van overtuigd. Ik kijk sociaal naar de wereld maar wel met een rationele zakelijkheid. De groep mensen die nu niet actief meedoet in de maatschappij wordt steeds groter. Dit is een enorm maatschappelijk en economisch probleem waarin iedereen een verantwoordelijkheid heeft om daar wat aan te veranderen. Als je de groep die nu niet meedoet anders gaat benaderen en wel een plek weet te geven, dan is dat economisch enorm rendabel. We kijken nu vooral naar deze groep als buitenstaanders, want ze hebben geen betaalde baan. Wanneer je echter naar de waarde kijkt die deze personen aan de maatschappij leveren of zouden kunnen leveren, dan is het ineens een heel ander beeld.
Het nieuwe leiderschap definieer ik als de kracht van verbinden, op mens en expertisevlak. Je moet complexe veranderingen op een heldere manier uit kunnen leggen aan alle lagen binnen een organisatie. De traditionele lijnmanager wordt steeds meer een change-manager. Daarnaast gaat het er bij het nieuwe leidinggeven om dat je vanuit een holistische blik aan de slag gaat met je team en het bedrijf. Innovatieve ideeën komen van alle kanten en alle lagen, juist door verschillende expertises aan elkaar te knopen. Als leider moet je deze expertises voldoende snappen om ze te kunnen verbinden en te vertalen naar je operatie, maar zal je ook bereid moeten zijn anderen in de spotlights te zetten in plaats van dat je alleen jezelf op de voorgrond wilt hebben.
Ik kan als het nodig is op de barricade staan en de troepen aansporen om ervoor te gaan, maar ik kan even zo gemakkelijk van die plek afstappen als dat nodig is en degene zijn die de verbinding legt tussen verschillende belanghebbenden vanaf de zijlijn. Voor mij is het veel belangrijker resultaat te behalen dan dat ik per se op de voorgrond sta. Het is nou eenmaal zo dat degene die zichtbaar is of dat claimt meer opvalt. Op een gegeven moment had ik door dat het spel naar de top van het bedrijf steeds belangrijker werd, en op sommige momenten misschien wel het belangrijkste. Althans, zo ervoer ik dat. Vanuit mijn eigen overtuigingen vond ik dat wel lastig. Uiteindelijk heb ik daar goed mijn weg in gevonden. Door de spelregels goed te leren kennen, maar ook dicht bij mezelf te blijven. Volgens mij blijf je dan authentiek, ook in hogere echelons en ben je altijd in staat om een pad te kiezen dat bij je past. Misschien betekent dat soms dat je er net wat langer over doet, maar dan is het wel jouw pad!
Ik moet niet het loopbaanpad voor mijn mensen uitstippelen, maar ik wil hen helpen zodat zij hun eigen pad kunnen vormgeven
Je hebt mensen om je heen nodig, ongeacht in welke fase van je loopbaan je bevindt. Toen ik net directeur was had ik een leidinggevende die mij heel goed kon lezen en precies wist wat ik nodig had. Zo'n 1 tot 2 keer per jaar wist hij mij een ogenschijnlijk simpele reflectievraag te stellen die mij hielp om tot de essentie van mijn leervraag van dat moment te komen, daar heb ik veel aan gehad. Ik moet niet het loopbaanpad voor mijn mensen uitstippelen, maar ik wil hen helpen zodat zij hun eigen pad kunnen vormgeven. Die les geef ik nu door aan mijn eigen team.