Terwijl de politiek bleef praten, is zij gaan helpen! Annerieke Berg, Stichting Bootvluchteling
Annerieke Berg is directeur van Stichting Bootvluchteling. 'Wij bestaan sinds april 2015 en zijn een enthousiaste club mensen of eigenlijk meer: verontruste burgers. We konden het niet meer aanzien dat mensen verdronken in de Middellandse zee, waar wij notabene zomers op vakantie gaan. In eerste instantie wilde ik geld storten om de problemen aan te pakken. Toen bleek dat er geen organisaties waren die zich specifiek met dit probleem bezig hielden. Er werd enorm veel over gesproken, maar niets concreets aan gedaan. Vanuit onze verontwaardiging dat er geen echte oplossing voor deze mensen kwamen, ben ik samen met mijn man en een club vrijwilligers 'gewoon' gestart. We wilden niet iets uitvinden wat er al was, er bestonden al genoeg NGO's, maar echt iets toevoegen aan de bestaande hulpverlening. We hebben gekeken naar waar de gaten vielen en onderzocht waarom bepaalde zaken niet werden opgepakt. Met deze kennis zijn we aan de slag gegaan!'.
TEKST: Jorissa Neutelings - 23/03/2017
Ik heb altijd al de wens gehad om mensen te helpen. Omdat de problematiek van de bootvluchtelingen zo dichtbij (in Europa) speelde kon ik er gemakkelijk bij komen. Het verlenen van hulp lag binnen handbereik en maakte het voor mij eenvoudiger om te starten met het uitvoeren van mijn ideeën. In plaats van dat ik lam geslagen werd van alle beelden en al het nieuws, bracht dit bij mij een intense emotie teweeg. De beelden van de 900 mensen die tegelijkertijd verdronken kreeg ik niet van mijn netvlies. Het voelde als mijn taak om hier iets aan te gaan doen. Voordat ik met dit werk startte was ik verpleegkundige en studeerde ik journalistiek. Ik was eigenlijk al bezig om mijn levensweg een andere kant op te krijgen. Organiseren en mensen bij elkaar brengen was altijd al iets waar ik goed in was. Door alles wat er in Zuid-Europa gebeurde, was het voor mij heel duidelijk dat ik deze talenten in moest gaan zetten voor de aanpak van dit probleem. Heel veel mensen bleken wel wat te willen doen, maar wisten niet wat. Doordat ik hen de tools kon geven om echt bij te dragen ontstond er een soort olievlek.
Heel veel mensen bleken wel wat te willen doen, maar wisten niet wat.
Samen met mijn man heb ik op Malta in een vluchtelingenkamp gewerkt om daar zelf te kunnen bekijken wat we konden doen. We kwamen al snel terecht in Griekenland. Het bleek dat er geen goede medische en psychische hulpverlening aanwezig was voor de mensen die in de vluchtelingenkampen zaten. Omdat er zoveel mensen kwamen die wilden helpen, zijn we ons gaan specialiseren op 3 pijlers: de medische hulp, psychische begeleiding en reddingswerk op zee. We zijn vrijwilligers met een medische achtergrond gaan werven en screenen. Denk hierbij aan artsen, verpleegkundigen, orthopedagogen, psychologen etc. Deze mensen wisselen elkaar af in teams in Griekenland. Afgelopen jaar hebben we ook een reddingsmissie op zee gedraaid met teams van redding vrijwilligers.
Wij zorgen dat in de tijd dat de mensen in het kamp zijn, ze zo stabiel mogelijk worden opgevangen. De problematiek die we in de kampen aantreffen is schrijnend. We merkten dat er naast de reguliere medische zorg een grote behoefte was aan psychische hulp. Een groot deel van de vluchtelingen is depressief en regelmatig zijn er mensen suïcidaal door de wanhopige omstandigheden waar zij zich in bevinden. Om die reden zijn we naast de medische missie gestart met de PSS (Psychosociale missie). Er zijn praatgroepen opgericht waarmee we proberen kleine lichtpuntjes te creëren zodat men de dag een beetje door kan komen.
We zetten facebook, twitter en onze website op alle mogelijke manieren in om steun te krijgen.
We zijn volledig afhankelijk van donaties. We krijgen geen subsidies, maar worden volledig gefinancierd door particulieren. In 2015 en 2016 was de problematiek actueel, waardoor we bijna dagelijks donaties binnenkregen. Momenteel moeten we knokken om geld binnen te krijgen. We zetten facebook, twitter en onze website op alle mogelijke manieren in om steun te blijven krijgen. Het mooie hierbij is dat we ook online zijn ontstaan. We zijn begonnen als een zogenaamde facebook hulporganisatie. De oproepen die ik deed verliepen via mijn eigen facebookpagina naar de stichtingspagina. Ik plaatste iedere dag een bericht en op die manier kwamen we in contact met vrijwilligers. Alle berichtgeving verliep via facebookmessenger, dat was tegelijkertijd de inbox van de organisatie. De eerste drie maanden hadden we elkaar nog nooit in persoon ontmoet, maar alleen online. Facebook is voor ons een fantastisch medium geweest. Zonder dit platform waren we nooit geweest waar wij nu zijn. We hebben de kracht van sociale media in optima forma ervaren. Als een filmpje 100.000 keer wordt gedeeld merk je hoe snel je mensen kunt bereiken en raken. Er waren in die tijd nog geen andere organisaties die op deze manier werkten. Ik noem onze methode daarom ook wel eens 'Hulpverlening 2.0'. Alle geijkte ngo's die iets wilden bereiken, werkten nog met folders of acceptgiro's.
Op een gegeven moment merkte ik dat ik het werk voor Stichting Bootvluchteling niet meer naast mijn normale baan kon blijven doen. Ik had in feite 2 banen naast elkaar en thuis 5 kinderen. Dat kon ik niet meer combineren. Toen heb ik aan het bestuur gevraagd of zij mij konden betalen voor mijn inzet. Hierbij heb ik geen krankzinnig salaris voorgelegd, zoals dat aan sommige ngo directeuren nog steeds wel wordt betaald. Ik heb een bedrag voorgesteld dat zelfs lager lag dan dat ik in de verpleging verdiende, maar dat wel een minimuminkomen betrof dat ik voor mezelf had bepaald. Niet dat ik mezelf niet meer waard vond, maar ik wilde dat onze stichting bekend staat als een stichting waarbij iedere euro verantwoord wordt uitgegeven en waarbij zoveel mogelijk van iedere donatie naar het werk voor de vluchtelingen gaat. Het voorstel bleek te kunnen en hiermee was ik de eerste werknemer! Hierna zijn er elke maand wel medewerkers bijgekomen. Momenteel hebben we 20 mensen die een betaalde baan bij ons hebben.
We vinden hier iedere dag wel iets nieuws uit.
Het is best moeilijk om een goede werkgever te zijn als je organisatie nog zo in ontwikkeling is als de onze. We vinden hier iedere dag wel iets nieuws uit en onze plannen moeten we maandelijks bijschaven. Ik merk dat de mensen die vanaf het begin bij ons werken, anders kijken naar deze situatie, dan de mensen die vanuit ander werk bij ons terecht zijn gekomen. De eerste groep vindt alle ontwikkelingen geweldig en is ontzettend blij met iedere stap die we zetten. De laatste groep denkt bij gelegenheid vast weleens: 'Waar ben ik in terecht gekomen? '. Dit levert soms een spagaat op. We willen graag professionaliseren, maar we willen geen grote logge organisatie worden. We willen die cowboymentaliteit van het begin graag een beetje vasthouden. Het is voor mij van belang dat we snel blijven schakelen, korte lijnen hebben en direct kunnen inspringen als dat nodig is. Het is echter een behoorlijke uitdaging om klein te blijven in hoe en wat je doet, terwijl je veel personeel hebt dat vraagt om langetermijnvisie, afgebakende kaders en leiding. We blijven pioniers! Dat is momenteel mijn grootste uitdaging.
In 2017 wil ik dat we ons focussen op waar we goed in zijn. We moeten daarom groei niet als uitgangspunt nemen en ieder project maar op blijven pakken omdat het zo heel erg nodig is. We moeten juist ook goed voor onszelf zorgen, want dat zijn we de laatste jaren een beetje uit het oog verloren. We hebben ons gerealiseerd dat we heel hard door kunnen blijven werken, maar dan vallen we om en daar hebben de vluchtelingen helemaal niets aan. We zullen een stevig fundament moeten bouwen zodat we ook op de lange termijn hulp kunnen blijven bieden. In financiële zin betekent het dat we voldoende vaste inkomsten zullen moeten genereren, zodat al onze missies en projecten voor lange tijd verzekerd zijn en we een bestaanswaardige organisatie zijn en blijven. Tegelijk zou het natuurlijk het mooiste zijn als wij onszelf overbodig maken want dat zou betekenen dat de vluchtelingenproblematiek ook opgelost is. We willen wél blijven bestaan zo lang als nodig is.
Mensen die vanuit hun hart en passie werken kunnen samen een groot verschil maken. Ik heb gezien dat mensen een hele straat, al hun collega's of hun kerk mobiliseren om een donatie te geven, zodat wij bijv. een medische bus konden aanschaffen. Met deze bus gaan we vervolgens aan het werk en rijden we langs de kampen om mobiele medische zorg te geven. Dat kunnen mensen gewoon bereiken als ze samenwerken! Dat vind ik fantastisch en dat motiveert mij om door te blijven gaan. Dit is geen 9 tot 5-baan. Ik ben continu bezig met nadenken, problemen oplossen, delegeren, organiseren etc. Om dit te kunnen doen, heb ik offers moeten brengen. Mijn sociale leven is nog maar zeer klein en daardoor ben ik vrienden en vriendinnen verloren. Een aantal van hen is mij trouw gebleven. Daar ben ik enorm dankbaar voor, want ik heb hen gigantisch tekort gedaan. Toch had ik het achteraf gezien niet anders gedaan. Dit moest ik gewoon doen en tot op de dag van vandaag ben ik enorm trots en dankbaar op waar wij gekomen zijn.
Als jij twijfelt heeft de ander blijkbaar meer zelfvertrouwen!
Aan vrouwen om mij heen geef ik het advies: wees niet té bescheiden! Dat is tegelijk ook het advies dat ik als slot aan de lezers van B'Elle wil meegeven. Nog te vaak zie ik vrouwen die zichzelf in een hoekje laten zetten door bijdehandse mannen die denken dat ze iets beter kunnen omdat ze een grotere mond hebben. Op de één of andere manier hebben vrouwen vaak het idee dat anderen het vast beter kunnen dan zij. Ik zou het mooi vinden als we dat idee wél op de boot zetten en dit idee laten varen! Neem jezelf als vrouw serieus, praat met zakelijke relaties niet steeds over je kinderen, zie in dat anderen niet beter zijn dan jij, maar dat als jij twijfelt die ander blijkbaar meer zelfvertrouwen heeft. Je bent sterker dan je denkt!